Beierse Woud (Bayerischer Wald)

Dichtbij de Oostenrijkse grens is het Duitse Beierse Woud (oppervlakte 130 vierkante kilometer) te vinden. In de uiterste zuidoosthoek van Duitsland, op het drielandenpunt: Duitsland, Oostenrijk, Tsjechië, ligt het “Groene Dak van Europa”: 6000 km² hoogland, doorspekt met stille bergmeertjes en leuke Beierse dorpjes. In dit Beierse woud ligt ook het nationale park: national park Bayerischer wald. Hier vormt de ongerepte natuur en de nog zuivere lucht een steeds groter wordende aantrekkingskracht voor de vakantieganger. Wandelen, fietsen, paardrijden maar ook alle vormen van water- en wintersport kunt u in deze omgeving beoefenen.

Regensburg en Passau vormen belangrijke excursiedoelen en Tsjechië ligt net om de hoek. Een gebied met een geheel eigen, Beierse traditionele sfeer. Het Beierse woud staat bekend om de zuivere, frisse lucht, de rust die er heerst en het bijzonder afwisselende landschap. En dat is een combinatie van ingrediënten die garant staat voor een heerlijke vakantie in Zuid- Duitsland.

Omdat de bergen in het Beierse woud wel tot 1456 meter hoogte reiken, kan hier ’s winters bij voldoende sneeuwval volop worden geskied. Voor beginners zijn er perfecte condities, voor de echte cracks wat minder. Ook langlaufers komen hier graag, want met zo’n 90 kilometer loipen is het Beierse Woud een goede locatie voor de liefhebber.

Het dunbevolkte en uitgestrekte Beierse woud (Bayerischer Wald) is een schitterend gebied met ook veel wandelmogelijkheden. In het Beierse Woud heeft u een keuze uit ruim 200 kilometer aan wandelpaden en -wegen. Het spreekt voor zich dat natuurliefhebbers er een aangename tijd kunnen doorbrengen. In de wijde omtrek is geen industrie te bekennen, ook niet in het Tsjechische gebied, zodat de natuur er nog niet zo te lijden heeft als op veel andere plaatsen.

Denkt u er aan dat een gedetailleerde wandelkaart van het Beierse Woud en de overige dichte bosgebieden geen overbodige luxe is. De bossen zijn uitgestrekt en erg verlaten en u kunt er gemakkelijk de weg kwijtraken. Het uitgestrekte middelgebergte wordt niet overspoeld met toeristen. zodat u er rustig kunt ronddwalen en 's avonds op zoek kunt gaan naar een overnachtingsplaats in een boerendorp of nabijgelegen stadje.

De belangrijkste toegangswegen naar het nationale park Bayarischer wald vindt u bij Cham, Deggendorf, Spiegelau, Finsterau en Neuschönau. Door het gebied voert de Ostmarkroute, die vanaf het Oberpfälzer Wald in het noordoosten naar het zuidelijkste puntje van het Beierse Woud leidt. Onderweg passeert u kleine verstilde dorpen, stadjes met marktpleinen, kerken en historische huizen en gehuchten met grote boerenhoeven.

Het grootste gedeelte van het Nationalpark Bayerischer Wald bestaat uit dikke naaldbossen en heuvels en bergen met een hoogte tussen de 600 en 1453 meter. Behalve veel naaldbomen. komen er ook gemengde bossen en terreinen met overwegend loofbomen voor. Kleine riviertjes en snelstromende beken doorsnijden de dichtbegroeide hellingen.

Voor fauna- en floraliefhebbers is het Beierse Woud de moeite waard. Met name het wildreservaat bij Neuschönau, dat u vindt ten noorden van de weg van Freyung naar Grafenau, trekt vele bezoekers aan. In het informatiecentrum kunt u alles te weten komen over de vele verschillende diersoorten die hier leven. Ook krijgt u daar inlichtingen over de voedertijden. Zelfs de lynx is gesignaleerd, dit schuwe katachtige dier verschijnt alleen op de meest afgelegen plekken in het dichte woud.

Veel dorpen in deze streek zijn in het bezit van een museum, dat met veel trots gekoesterd wordt. Niet elk museum is even leuk en er zijn nogal wat oubollige musea waar de stoffigheid vanaf straalt. Maar voor liefhebbers van rare musea valt er in deze afgelegen streek genoeg te ontdekken. Informatief is het bij Finsterau gelegen openluchtmuseum en in Zwiesel is een Waldmuseum met opgezette dieren. Op een leuke wijze worden de dieren die in het Beierse Woud leven onder de aandacht gebracht.

Behalve een aantal veenplassen die 'Filze' genoemd worden, is er in het park een bergmeer, de Rachelsee. Dit is gelegen aan de voet van de Grosse Rachel, die met zijn 1453 meter boven alle andere toppen in dit gebied uittorent. De top ligt dicht bij de grens met Tsjechië, evenals de Grosse Falkenstein (1312 m) De derde hoge top is de Grosse Arber (1450 m), ook dicht bij Tsjechisch grondgebied. Boven heeft u een schitterend uitzicht op de wijde omgeving en ziet u beneden in de diepte de Arbersee liggen.

In de herfst trekt het gebied veel mensen die op zoek zijn naar eetbare paddestoelen. De plaatselijke horeca adverteert tijdens dit seizoen met exclusieve gerechten waarin de paddestoel een prominente plaats heeft gekregen. De kok weet wat hij doet. thuis kunnen de kookkunsten soms verkeerd uitpakken, want elk jaar staan de kranten vol met berichten van mensen die na het eten van paddestoelen ziek zijn geworden.

Er zijn in het Beierse Woud veel gemarkeerde wandelingen, waarvan sommige door middel van een geel bord en een dierenvoorstelling worden weergegeven. Andere zijn aan kleurenbordjes herkenbaar. Neemt u tijdens een wandeling voldoende eten en drinken mee aangezien de kleine restaurants, die u misschien onderweg tegenkomt, niet altijd geopend zijn. Ook zijn er veel langeafstandspaden die het gebied helemaal doorkruisen. Hiervoor kunt u ook het beste met het toeristenbureau contact opnemen.