Schwarzwald
Baden-Württemberg
Deze deelstaat, die grenst aan
Frankrijk en Zwitserland in de zuidwesthoek van Duitsland, heeft een
tweezijdig karakter. Het klimaat in het Rijndal en rond de Bodensee
heeft iets zuidelijks, wat wordt weerspiegeld in de gemoedelijke
levensstijl. Tegelijk gaven de voor de Zwaben (zoals de
Württembergers liever worden genoemd) karakteristieke
inventiviteit en werklust de aanzet tot het economische wonder van
Duitsland, wat Baden-Württemberg tot de welvarendste streek van
het land maakte.
Van de schitterende landschappen in
Baden-Württemberg is het Zwarte Woud, met zijn mantel van donkere
en mysterieuze naaldbomen, groene weiden, enorme boerderijen en levende
volkstradities, het indrukwekkendst. Het andere grote hoogland, de
Schwäbische Alb, is ruiger. Rivieren als de Boven-Donau
doorsnijden de kalkstenen plateaus en vormen indrukwekkende
rotsformaties, bekroond met schilderachtige kastelen. Kastelen zijn in
Baden-Württemberg overal te vinden, variërend van
gereconstrueerde middeleeuwse burchten zoals Burg Hohenzollern, tot
luisterrijke barokpaleizen, zoals Schloss Bruchsal.
Langs de onderstroom van de Neckar,
vóór het punt waar hij de universiteit van Heidelberg
passeert, staan ontelbare kastelen. De hoofdstad van de deelstaat is
Stuttgart, een van de progressiefste steden van Duitsland, die trots is
op zowel de hoogwaardige technologie van zijn producten als zijn
culturele trekpleisters. De stad was de koninklijke zetel van de
vorsten van Württemberg, wier koninkrijk zich uitstrekte tot de
oevers van de Bodensee.
Na de Tweede Wereldoorlog lag het voor
de hand dat het oude koninkrijk de basis zou vormen voor een federale
deelstaat, maar in 1950 sprak het volk zich uit voor een verbond met
Baden. Tot 1918 was Baden een groothertogdom met Karlsruhe als
hoofdstad, en de bewoners vinden dat zij veel verschillen van de
Zwaben. Ze zijn de arbeid niet zo toegewijd als hun oostelijke
landgenoten misschien onder invloed van de vele wijngaarden op de
zonnige, westelijke hellingen van het Zwarte Woud. En geen enkele plek
staat meer in het teken van genot en ontspanning dan het archetypische
kuuroord Baden-Baden.
Bodensee
De Bodensee is met 571 vierkante kilometer het grootste meer van
Duistland. Het meer is gelegen in het Zuiden van Duistland ten noorden
van Zwisterland en Liechtenstein. De Bodensee wordt grotendeels gevoed
door de Rijn (Alpenrijn), die het meer in het oosten binnenstroomt en
in het westen weer verlaat. Het meer heeft een stroomgebied van 11.500
km². Daarmee is het meer het op drie na grootste van Europa. In
het Bodenmeer ligt ook het bloemeneiland Mainau. De blauwe Bodensee
heeft veel bezochte plaatsen langs de oevers. In het toeristische
hoogseizoen zal de recreatie aan de Bodensee wellicht het meest in het
oog vallen, maar ook geïnteresseerden in land en cultuur komen
ruimschoots aan hun trekken, evenals degenen die hier de rust zoeken
van landschap en natuur. En zo is het ook voor Oberschwaben en het
Donaugebied. De Bodensee wordt ook wel het Meer van Konstanz genoemd,
of het Schwäbische Meer. Die laatste benaming stamt uit de tijd
dat het hertogdom Schwaben zich uitstrekte tot ver over de Alpen. Het
meer lag toen midden in Schwaben. De geschiedenis van de plaatsen
eromheen wijst erop dat hier al heel vroeg belangrijke nederzettingen
waren. De plaats Bodman aan de westelijkee punt van het meer (dat hier
Uberlinger See heet) was een belangrijke marktplaats in de tijd van de
alemannen. ln de 7e eeuw sloegen ze daar al hun eigen gouden munten.
Daarvoor moeten de Romeinen vooral langs de zuidoever hun vestigingen
gehad hebben. Konstanz als bisschopszetel vormde eeuwenlang een
belangrijke rol als cultureel en bestuurlijk centrum voor een zeer
uitgebreid gebied.
De vliegtuigfabriek Dornier is vanouds gevestigd aan het Bodenmeer. Dit
maakte oorsponkelijk de productie van vliegboten gemakkelijk. In elk
geval sinds 1990 stelt de Duitse overheid strenge eisen aan de
bebouwing langs het Bodenmeer. Zo mocht de vliegtuigfabriek alleen maar
uitbreiden indien de nieuwe gebouwen niet vanaf het water zichtbaar
zouden zijn. Zo wil de Duitse overheid het landschappelijk schoon van
het Bodenmeer bewaren. Kenmerkend voor het meer zijn de haast
subtropisch aandoende tuinen, parken en wijngaarden langs de oevers, de
witte zeilen en andere watersportmogelijkheden en vooral ook de vele
rondvaart- en veerboten van de 'weisse Flosse'. Ook dat bevaren van de
Bodensee heeft zijn geschiedenis. De Romeinen en alemannen hadden zeker
al hun oeververbindingen, in de Middeleeuwen was er sprake van een
drukke handelsvaart over het meer, en in de Dertigjarige Oorlog vielen
de Zweden met hun krijgsvloot de oeversteden aan. In de spanningen
tussen de aangrenzende gebieden voeren er ook in later tijden nog
oorlogsschepen op de Bodensee. In de 19e eeuw kwamen de raderboten, die
in de 20e eeuw door modernere veerboten en passagiersschepen werden
opgevolgd. Veel van de plaatsen langs de Duitse oevers van de Bodensee
zijn gericht op het toerisme. U vindt er hotelaccommodaties in
verschillende prijsklassen, er zijn overal appartementen of
'Ferienwohnungen' te huur en in de directe omgeving van het water
bevinden zich grote campings. Vooral het aangename klimaat is voor de
ontwikkeling van het toerisme zeer bevorderlijk. Als in andere delen
van het land de bomen in de knop komen, staan ze aan de Bodensee voor
een groot deel al volledig in bloei. Voor de vele feesten die in de
zomerse weekenden in diverse toeristenplaatsen georganiseerd worden,
loopt men zelden het risico van slecht weer.
Het zachte klimaat bevordert niet alleen een bijzondere plantengroei.
maar was ook van invloed op de ontwikkeling van de groente- en
fruitteelt. Het eiland Reichenau, waar in de 8e eeuw een belangrijk
klooster werd gesticht, is tot op heden het gebied van de
groentetuinen. De stad Tettnang werd een centrum van fruitteelt en van
het verbouwen van hop. De Bodensee is ook het grootste
drinkwaterreservoir van Zuidwest Duitsland. Meer dan 350 miljoen liter
pompen de installaties dagelijks tot ver voorbij Stuttgart. Tussen de
Bodensee en de Donau ligt het landschap van heuvels, bossen, akkers,
dorpen en kleine steden dat Oberschwaben wordt genoemd. De toeristische
betekenis ontleent het gebied vooral aan de vele cultuurhistorische
monumenten. Dit is bij uitstek het land van de barok, met de
weelderigste voorbeelden daarvan uit de laatste periode; de rococo. In
veel van de dorpen in Oberschwaben zijn burchten en kleine of grotere
kastelen. Tot in onze tijd toe worden ze door adellijke families
bewoond. Daarnaast zijn er de bijzondere kloosters en kerken, waarvan
er sommige al sinds eeuwen als bedevaartsoord vele bezoekers trekken.
Weelderig, misschien soms overdadig, maar vooral toch ook licht,
kleurrijk en feestelijk, zo worden telkens opnieuw de barokke bouwkunst
en interieurverzorging ervaren. Die kunnen indrukwekkend groot van vorm
zijn. zoals in de kloosterkerk van Weingarten, of kleiner van opzet,
maar niet minder rijk versierd. zoals in de kerk van Steinhausen.
Begin- en eindpunt rondreis =
Trier. Afstand Utrecht-Trier = 340
km. Afstand rondreis = 1600 km.