Zuidelijke wijnstreek

Het zuidelijke deel van de grote Hongaarse laagvlakte wordt ook wel Dél-Alföld genoemd. Het is een 'oneindig laagland: zo werd dit landschap genoemd door de dichter Sándor Petiffi, die verliefd was op de Hongaarse poesta en de rivier de Tisza. De Tisza brengt water naar het droge, zanderige landschap en levert de vis voor de ongeëvenaarde vissoep. Op de zuidelijke laagvlakte schijnt de zon het meest en brengt het overvloedige thermaalwater verlichting voor menig kwaal.

Pécs is met 158.942 inwoners (2001) de op vier na grootste stad van Hongarije. De stad ligt in het zuidwesten van het land, in de beschutting van het Mecsekgebergte, even ver van de Donau als van de Drau

 

Grote Laagvlakte

De regio Noord Hongarije beslaat niet geheel Noord Hongarije, maar eigenijk het Noordelijke gedeelte vanaf het midden van het land, dus eigenlijk meer noord oost Hongarije, aan de zuidgrens met Slowakije. De hoogste bergen van Hongarije liggen in dit deel van het land en strekken zich uit van de Donau tot aan de rivier de Tisza. De 600-900 m hoge bergketens van het Cserhát-, Mátra-, Bükk- en Zempléngebergte bezitten natuurlijke rijkdommen en cultuurhistorische schatten. De druipsteengrot Baradla, het centrum van het dorpje Hollókö, de fossielen van Ipolytarnóc natuurreservaat van de Bükk-hoogvlakte staan op de wereld erfgoedlijst van de UNESCO. Ook de volkskunst heeft in dit gebied bijzondere en kleurrijke vormen ontwikkeld: uniek zijn het borduurwerk van de Palócen en de volksklederdracht' van de Matyó’s.

Het noordelijke gedeelte van de grote laagvlakte wordt ook wel aangeduid met de naam Eszak-Alföld. Deze vlakke streek die drie provincies beslaat grenst aan Roemenie en de Oekraïne. In dit gebied bevind zich het Nationaal park Hortobágy. De dorpen herbergen waardevolle cultuurschatten en vele kuuroorden maken nu van het ruim voorradige thermaalwater gebruik. Cserkeszolo en Berekfürdó zijn relatief nieuwe bestemmingen die vragen om een nadere kennismaking.

 

Tokaj

Het historische wijngebied Tokaj-Hegyalja produceert al 450 jaar de wereldberoemde Tokajer Aszú die bekend staat als ‘de koning onder de wijnen en de wijn van de koningen’. Deze wijn wordt gemaakt van tot laat in de herfst gerijpte druiven. Vaste gebruikers van deze wijn waren de Russische tsaren, de Poolse koningen en de paus van Rome. Over de glorieuze geschiedenis van deze edele drank die in de middeleeuwen als medicijn werd beschouwd vindt u een tentoonstelling in het Tokaj Museum (Bethlen Gábor u. 7.). De rijke ikonenverzameling en de Grieks-Orthodoxe kerk (Bethlen Gábor u. 23) herinnert aan de Griekse wijnhandelaars.

In de kerk worden vandaag de dag exposities en concerten georganiseerd. Een gezellige plek om te gaan eten en een glaasje te drinken is de voormalige kelder van de vorstelijke familie, de Rákóczi-kelder (Kossuth tér 15). In de 24 gangen van dit keldercomplex, die in totaal anderhalve kilometer beslaan, kan 20.000 hectoliter wijn worden opgeslagen. De vulkanische Nagy-berg (516 m) is rijk aan beschermde planten en biedt met haar uitgezette paden ruimschoots wandelplezier en, als u de top bereikt heeft, een prachtig uitzicht.

                                                   

 

Begin- en eindpunt rondreis = Szigetvár.  Afstand Utrecht-Szigetvár = 1400 km.  Afstand rondreis = 1780 km.