De soms ruige Alpen eisen in Zwitserland zo’n 60% van het hele grondgebied voor zich op. Door dit bergachtige karakter is slechts 20% van de totale oppervlakte die het land tot z’n territorium in Centraal Europa mag rekenen bewoond.

Van het zuidwesten tot het noordwesten ligt het heuvelland van de Jura (10%). Dit gaat geleidelijk over in de Alpenketen, die het zuidelijke deel van het land van oost naar west in beslag neemt. Tussen Jura en Alpen ligt het centrale hoogplateau, het Mittelland, dat met z’n vele meren 30% van het land omvat.

Water en dan vooral de Zwitserse meren nemen 3% voor hun rekening. De meren bieden vele mogelijkheden voor alle vormen van watersportbieden.

Zoals op het Meer van Genève, het meer van Neuchâtel, de Thuner- en Brienzersee, de ZüricherSee en het Vierwoudstedenmeer. In Zwitserland ontspringen twee belangrijke Europese rivieren, de Rijn en de Rhône.

In het zonnige zuiden liggen de wijngaarden van het Rhônedal, die tal van goede rode en witte wijnen voortbrengen. 

Zwitserland is het land van de treinen. De smalspoortreinen dringen vaak tot diep in ogenschijnlijk onherbergzame gebieden door. Een belevenis is de tocht dwars door de imposante bergen Eiger en Jungfrau naar het op ca. 3200 m gelegen Jungfraujoch. Of de prachtige ruim 7 uur durende rit door een groot deel van het land met de Glacier Express van Zermatt naar St. Moritz.