Voor
veel mensen bestaat het beeld van Spanje uit datgene wat men in
Andalusië ziet; verblindend witte dorpen op heuveltoppen tegen een
strak blauwe lucht, zonovergoten stranden en hoge apartementsgebouwen.
In de geschiedenis van Andalusië zit 600 jaar Romeinse dominantie
en 800 jaar Moorse bezetting. Dit heeft geresulteerd in enkele unieke
monumenten, waarvan het Alhambra in Granada, de moskee van Cordoba en
het Alcázar in Sevilla de mooiste zijn. Het Moorse verleden is
in Andalusië duidelijk present dan in enig ander deel van Spanje
Andalusië is een groot gebied dat
bestaat uit de provincies Huelva, Cádiz, Sevilla, Cordoba,
Jaén, Almeria, Granada en Málaga; Sevilla is de
hoofdstad. In het westen ligt Portugal; het zuiden is één
lange kust. Van Portugal tot Gibraltar is de naam Costa de la Luz (kust
van het licht), daarna Costa del Sol (zonnekust), die zich uitstrekt
naar het oosten en dan weer overgaat in de Costa de Almeria.
In het noorden ligt de Sierra Morena;
het gebied verder naar het zuiden wordt gedomineerd door het
Andalusisch gebergte met de besneeuwde bergtoppen van de Sierra Nevada
en Spanjes hoogste bergtop de Mulhacén (3482 m).
In het stroomgebied van de
Guadalquivir creëren olijfbosschages en graanvelden een
lappendeken van groen en goud. Verder zuidelijk liggen suikerriet- en
bananenplantages en katoenvelden. Belangrijke wijnstreken liggen rond
Jerez de la Frontera, Málaga en ten zuiden van Cordoba. In het
zuidwesten ligt een uitgestrekt gebied met zoutwatermoerassen en
ondergelopen land, de ‘Marismas’ waar een van Spanjes belangrijkste
natuurparken ligt.
De streek is vermaard om muziek en
dans, van het zigeunerachtig geweeklaag in de flaminco tot het
wervelende ritme in de Andalusische dans, bekend als sevillana.
Sevilla’s Heilige-Weekprocessies en lentekermis zijn opzienbarend.
Andalusië
Een adembenemende natuur, kunst en
architectuur wisselen elkaar af in een razendsnel tempo. Prachtige
stranden aan de zonovergoten Costa del Sol en Costa de Almeria, de
rotsige kaap Gibraltar, hoge bergtoppen in de Sierra Nevada, steden als
Sevilla, Córdoba en Granada die een en al Moorse schittering
zijn. Andalusië (Andalucía in het Spaans) is
één van de 17 autonome regio's van Spanje. Het heeft ruim
7.5 miljoen inwoners en is daardoor de grootste Spaanse autonome regio
naar inwoneraantal. De hoofdstad van Andalusië is Sevilla.
Andalusië is gelegen in het zuiden van Spanje. Het gebied grenst
in het noorden aan Extremadura en Castilla-La Mancha, in het oosten aan
Murcia, in het zuiden aan de Middellandse Zee en Gibraltar, en in het
westen aan Portugal. Er zijn acht provincies, Sevilla, Córdoba,
Jaén, Granada, Almería, Málaga, Cádix en
Huelva. De kust is 800 km lang en ligt aan de middellandse Zee en aan
de Atlantische Oceaan.
Andalusië is de historische
schakel tussen de Arabische wereld en het westen. Het is rijk aan
landschappen en heeft een prachtige architectuur. In grote komt het
overeen met het islamitische rijk van de Almohaden. De regio heeft
sinds 1981 zelfbestuur. Andalusië is voornamelijk agrarisch. In
het Guadalquivirbekken verbouwt men citrusvruchten, graan, olijven,
vijgen, tabak, katoen en zonnebloem voor oliewinning. Op de vegas,
bevloeide vlakten tussen de bergketens, liggen olijf- en amandelbossen
en wijngaarden. Wijnbouw is er vooral rond Jerez de la Frontera. Ook
wordt er kurk gewonnen in de Sierra Morena, die begroeid is met
kurkeiken. De Sierra Morena is rijk aan kopererts, lood, ijzererts,
zilver en uraan. De industrie is geconcentreerd in de
provinciehoofdsteden. In de provincie Almería wordt zeezout
gewonnen. De gemiddelde jaartemperatuur is 18°C. Er heerst een
droog klimaat; de gemiddelde jaarlijkse neerslag bedraagt 500 mm.
Begin- en eindpunt rondreis = Granada. Afstand Utrecht-Granada =
2170 km. Afstand rondreis =1550 km.