De
Meseta (tafelland) is de centrale hoogvlakte die een groot deel van
Spanje beslaat en wordt begrensd door heuvels en Portugal. Centraal
ligt Madrid, de hoogstgelegen hoofdstad van Europa (646 m). Naar het
noorden ligt Castilië-Leon, terwijl het zuiden Madrid en
Castilië-La Mancha omvat. De Extremadura naar het zuidwesten wordt
ook bij de Meseta gerekend.
De centrale Cordillera verheft zich
langs de Castiliaanse vlakte van noordoost naar zuidwest en bestaat uit
de Sierra de Guadarrama, Sierra de Gredos en de Pena de Francia. Het
droge, woeste gebergte van Toledo overheerst de omgeving ten zuiden van
Madrid, terwijl naar het oosten de wilde Serrania de Cuenca, Taag,
Guadiana en Guadalimar stromen vanuit deze regio naar de Atlantische
Oceaan. Landschap en klimaat kunnen sterk verschillen, van woeste,
geërodeerde gebieden en groene wouden tot droge vlakten in het
zuiden.
Het gebied is rijk aan kastelen,
gebouwd ter verdediging van de grenzen tegen de Moren. Later werden de
versterkingen uitgebreid tussen de koninkrijken Castilië en
Aragon. Het huwelijk van Ferdinand II van Aragon en Isabella van
Castilië in 1469 verenigde deze twee rijken en leidde tot de
eenwording van Spanje.
La Mancha is een uitgestrekte vlakte,
waar kastelen en windmolens aan Don Quichot herinneren. Extremadura
speelde een belangrijke rol in de geschiedenis als de geboortestreek
van veel ontdekkingsreizigers en veroveraars. Het heeft een droog,
rotsig heidelandschap met irrigatiewerken rond de Alagon en de Taag.
Castilla-La Mancha
Castilla-La Mancha is een streek van
contrasten, weidse landschappen en uitgestrekte vlaktes, een autonome
gemeenschap gelegen in het midden van het schiereiland die de reiziger
zal verrassen met zijn verscheidenheid op cultureel, geografisch en
natuurgebied. Castilla-La Mancha is het land van landbouwers en
nomadische veehouders die dorpen stichtten in tot dusver onbewoonde
gebieden. Bovendien is Castilla-La Mancha een streek die dankzij Miguel
de Cervantes in zijn beroemde werk 'De Edelman Don Quichot van La
Mancha' in de hele wereld bekend is geworden. De gemeenschap telt
talrijke bekoorlijke dorpjes waar nog een soort kalmte te vinden is die
een sterk contrast vormt met het geagiteerde ritme van de grote steden.
Derhalve een streek die het waard is om diepgaand en zonder haast te
leren kennen.
Toledo is de hoofdstad van een
autonome gemeenschap waartoe ook de provincies Albacete, Ciudad Real,
Cuenca en Guadalajara behoren die zich alle in de zuidelijke helft van
de Hoogvlakte bevinden, tussen de gebergtes Sistema Central. Sistema
Ibérico en Sierra Morena. Twee rivieren doorkruisen de
gemeenschap: de Taag en de Guadiana. De eerste loopt door Toledo en
Guadalajara en de tweede door de provincie Ciudad Real.
Castilla-La Mancha heeft een bevolking
van bijna 1.700.000 inwoners en beschikt over belangrijke beschermde
natuurgebieden, zoals bijvoorbeeld Lagunas de Ruidera, Cabaneros en Las
Tablas de Daimiel. Onder de noemenswaardige monumentale steden bevinden
zich Cuenca en Toledo, beide tot Werelderfgoed verklaard. De
gastronomie van deze streek is nauw verbonden met de landelijke en
agrarische aard van de vijf provincies. De wijn- en kaassoorten van La
Mancha maken deel uit van een culinaire traditie die nog steeds in
staat is te verrassen met nieuwe gerechten.
Tegenwoordig is Castilla-La Mancha een
volledig in de moderne tijd geïntegreerde streek waar ook het
plattelandstoerisme in opkomst is. Hiervoor is een belangrijk aantal
overnachtingsmogelijkheden gecreëerd samen met een aanvullend
aanbod aan sportieve activiteiten zoals wandelen, paardrijden, zwemmen
en paragliding. Dankzij de goede verbindingen met belangrijke autowegen
en spoorlijnen zoals de Hogesnelheidslijn is deze gemeenschap
uitstekend bereikbaar voor een plezierig bezoek.
Castilla-La Mancha heeft een
oppervlakte van 79.226 vierkante kilometer en beslaat een groot
gedeelte van de zuidelijke zone van de hoogvlakte. Desondanks heeft
deze streek een niet zo eenvoudig te omschrijven geografisch karakter.
Men zou kunnen zeggen dat Castilla-La Mancha een groot binnenlands
bekken is, van oost naar west doorkruist door de Montes de Toledo die
een scheidingslijn vormen tussen de Taag en de Guadiana. In het noorden
verrijst het Sistema Central als imposante bergketen bij uitstek. In
het oosten bevinden zich de hooggelegen woeste vlaktes, in het westen
het zuidelijke deel van het Gredosgebergte en in het zuiden de Sierra
Morena, een enorm massief waar de hoogvlakte in uitloopt.
Ook met betrekking tot het klimaat is
Castilla-La Mancha niet homogeen, aangezien de gematigde zones
afgewisseld worden met zeer droge gebieden. Het kan aangemerkt worden
als een mediterraan continentaal klimaat, met koude winters en hete
zomers. In het voorjaar en de herfst kan men genieten van zachte
aangename temperaturen en de regentijd valt in de laatste maanden van
de winter. In bepaalde gewesten van Cuenca en Guadalajara valt veel
regen terwijl de drogere zones zich in het zuiden van de streek
bevinden, in Toledo en Ciudad Real.
De bevolkingsdichtheid van Castilla-La
Mancha is één van de laagste van het schiereiland,
namelijk 21 inwoners per km2 tegenover het landelijk gemiddelde van 75
inwoners per km2. Het lage inwonertal van deze streek is te wijten aan
de uitgestrekte droge zones die van oudsher gebruikt worden voor het
hoeden van vee, voor bosbouw en voor akkerbouw waarbij het land
regelmatig braak dient te liggen.
Provincie Extremadura
De autonome deelstaat Extremadura ligt
in het westen van Spanje en grenst aan Portugal en wordt gekenmerkt
door zijn verscheidenheid. U treft hier grasland en bossen, stuwmeren
en de vlakke gebieden van Cáceres aan. In het noorden ligt de
Sierra de Gata, met de vruchtbare valleien van de Jerte, de Ambroz en
La Vera. In het zuiden liggen de uitgestrekte vlakten van La Serena. De
bevolkingsdichtheid bedraagt slechts 27 inwoners per vierkante
kilometer; dit in tegenstelling tot de gemiddelde bevolkingsdichtheid
van Spanje van 75 inwoners per vierkante kilometer. Het totaal aantal
inwoners bedraagt 1.069.419, waarvan er 405.616 in de provincie
Cáceres wonen en 663.803 in Badajoz.
Het eerste dat opvalt aan Extremadura
is dat het een bergachtig en waterrijk gebied is. De naam Extremadura
vindt zijn herkomst in het woord extremo. Daarmee werden de
grensgebieden aangegeven gedurende de acht eeuwen durende strijd tussen
Christenen en Moren. Extremadura grenst in het noorden aan de deelstaat
Castilla y León, in het zuiden aan Andalusië, in het oosten
aan Castilla-La Mancha en in het westen aan Portugal. Met een
oppervlakte van 41.602 km2 (8% van het Spaanse grondgebied) is het de
op vier na grootste autonome deelstaat van Spanje. Extremadura is
verdeeld in twee provincies: Cáceres (19.945 km2) en Badajoz
(21.657 km2), en telt 380 gemeentes waarvan 218 in Cáceres en
162 in Badajoz vallen. De hoofdstad is Mérida.
De twee belangrijkste rivieren, de
Taag en de Guadiana, stromen van oost naar west door het landschap dat
wordt doorkruist door verschillende bergketens. In het noorden ligt het
Centraal Systeem, in het zuiden de uitlopers van de Sierra Morena en in
het oosten en midden van de regio de uitlopers van de Montes de Toledo.
Het is een gebied vol contrasten, waar de hoogte varieert van 130 tot
2.400 meter. In Extremadura heerst een Middellandse-Zeeklimaat, hier en
daar met land- en zee-invloeden. Het gebied is wat vochtiger, waardoor
het klimaat aangenamer is dan in de rest van de Spaanse hoogvlakte. Dit
komt omdat er tussen de Atlantische Oceaan en Extremadura geen
natuurlijke barrières liggen. De winters zijn er gematigd en de
zomers erg warm
Begin- en eindpunt rondreis = Burgos. Afstand Utrecht-Burgos =
1520 km. Afstand rondreis =1860 km.