Minho.
De provincie Minho beslaat het uiterste noordwesten van Portugal. In
het noorden grenst Minho aan het Spaanse Galicië, in het zuiden
aan de provincie Douro Litoral, in het oosten aan de provoncie
Trás-os-Montes en in het westen ligt de Atlantische Oceaan. De
lange kuststrook wordt de Costa Verde genoemd.
Het licht golvende heuvellandschap van Minho vertoont een stijging naar
het oosten toe en wordt doorsneden, door de noordelijke grensrivier, de
Minho, door de Lima en de Cávado. Het oostelijke gedeelte van de
provincie Minho is bergachtig, heeft een ruig klimaat en is dus dun
bevolkt. Verder naar het westen ligt de stad Vila Nova de Cerveira aan
de Minho. De rivier kan helemaal tot aan de monding gevolgd worden en
daarna voert de weg langs de kust zuidwaarts door een landschap van
duinen en stranden naar Viana do Castelo.
Trás-os-Montes.
Trás-os-Montes, 'het land achter de bergen' vormt de
noordoosthoek van Portugal. Het is een vrij eenzaam, afgelegen gebied
met uitgestrekte bergplateuas, steenachtige hellingen, diepe vruchtbare
dalen, meren en rivieren. Door het landschap verspreid liggen
onopvallende dorpjes. Grotendeels gebouwd van granieten blokken zijn ze
nauwelijks van hun steenachtige omgeving te onderscheiden.
De boeren in de provincie gebruiken vaak nog de ouderwetse houten
ploegen, bespannen met ossen om de grond te bewerken. Ze verbouwen
vooral rogge, winterkoren en aardappels, en hebben een hard bestaan,
want het noorden van Portugal heeft niet bepaald een lieflijk klimaat.
De Portugezen zelf zeggen: 'Novo mêses inverno, três
mêses inferno' ( negen maanden winter, dire maanden hel ). Tot
diep in de maand Mei waaien koude regenwinden over de met dennen
begroeide berghellingen. Heel anders is het in het zuidelijke gedeelte
van de provincie Trá-os-Montes. Daar groeien op zonnige
hellingen de druiven waarvan men de beroemde portwijnen maakt, terwijl
in vruchtbare terrastuinen amandelen, vijgen en olijven rijpen.
Douro Litoral.
De voormalige provincie Douro Litoral, dat letterlijk
'kustvlakte van de Rio Douro' betekent, is de kleinste provincie van
Portugal. Het is een land- en tuinbouwstreek, een vruchtbaar gebied
door de granietbodem en het hoge neerslaggemiddelde. Ook hier treft u
een rijke vegetatie van eiken, dennen en eucalyptus aan.
Beira Litoral.
De voormalige provincie Beira Litoral bestaat hoofdzakelijk uit
laagland: de Costa de Prata als Atlantische Zeekust en de wijde vlakke
dalen van de Rio Vouga en de Rio Mondego. Brede en uitgestrekte
zandstranden worden omzoomd door een duinenrij bedekt met dennenbossen.
Aveiro en het binnenmeer, het Ria de Aveiro, leveren een voor Portugal
opmerkelijk landschapsbeeld op, dat heel in de verte iets weg heeft van
een Hollands polderlandschap. Alleen de zoutpannen ontkrachten
deze vergelijking enigszins.
Het laagland gaat geleidelijk over in heuvellandschap. Tegen
één van de heuvelruggen ligt het Parque Nacional do
Bucaco, een schitterend in de 17e eeuw aangelegd bos met uitheemse en
inheemse planten- en boomsoorten.
De provincie heeft de vorm van een voet en daar waar de tenen zitten,
ten oosten van Coimbra, gaat het heuvellandschap voorzichtig over in de
bergen, de Serra da Louså en de Serra da Estrela.
Begin- en eindpunt rondreis =
Braganca. Afstand Utrecht-Braganca = 1850 km. Afstand
rondreis =1400 km.