Beira Alta en Beira Baixa.

Beira Alta heeft niet zoveel overeenkomsten met het laagland van Beiro Litoral, maar temeer met Beira Baixa. Deze beide voormalige provincies zijn de belangrijkste berggebieden van Portugal. In 'Alta' liggen de meeste plaatsen op 500 m boven de zeespiegel. Van de bergketens spant de Serra de Estrela de kroon; hierin ligt ook de hoogste top van Portugal, de Malhåo da Estrela, die tot 1991 m reikt en kunstmatig door een toren verhoogd is tot de magische grens van 2000 m.

De Serra de Estrela is een gebied van afgeplatte met gras begroeide heuvels, granieten flanken die tot ongeveer 1500 m met bossen bedekt zijn, gletsjermeren, watervallen en diepe valleien. In dit dunbevolkte berggebied waren de schapen- en geitenkuddes de enige mogelijkheid om in het levensonderhoud te voorzien.. Wol, schape- en geitenkaas zijn nog steeds de belangrijkste produkten, maar de laatste jaren dient zich een nieuw fenomeen aan: de wintersport.

Qua cultuur zijn de steden Lamego, Viseu en Guarda het belangrijkst. Het rustieke Lamego ligt in de Vale do Douro. Deze ligging zal mede verantwoordelijk zijn voor de relatieve welvaart die tot uitdrukking komt in kerken, paleizen, burgerhuizen en kloosters. Viseu heeft een bepaalde allure. Dat het sinds de 6e eeuw een bisschopszetel is en af en toe enige Portugese koningen binnen zijn muren had, zal hierbij een rol hebben gespeeld. Guarda op 1000 m hoogte, de hoogstgelegen stad van het land, is duidelijk een vestingstad. De toen zo trotse burchten, zijn vrijwel allemaal tot ruïnes verworden, maar dit verval, gecombineerd met de veelal nog middeleeuwse aanblik van de dorpen heeft een eigen charme.

Ten zuiden van Viseu ligt een klein wijnbouwgebied, waar een uitstekende rode en witte wijn wordt geproduceerd: de Dåo.

Alto Alentejo.

Alto Alentejo, dat letterlijk 'het hoge deel van het gebied aan de overzijde van de Rio Tejo' betekent, ligt ten zuiden van deze rivier. Landschappelijk gezien is het een voortzetting van de Spaanse 'meseta', waarvan het ook het klimaat heeft: gloeiend hete zomers (boven de 40 graden) en ijskoude winters, een natte herfst en een korte lente. In het noordoosten is de streek nog heuvelachtig tot bergachtig met een rijke vegetatie, maar naar het zuiden en westen gaat dit over in een glooiend tot vlak landschap.

Karakteristiek voor Alto Alentejo zijn de sfeervolle, witte stadjes die plotseling oprijzen uit het wat verlaten landschap. Het betreft hier blinkend witgepleisterde huizen met smeedijzeren balkonnetjes en hoge, langwerpige, aan de bovenzijde opengewerkte, schoorstenen, die langs smalle, kronkelige, klimmende straatjes staan. Poorten, patio's, dakterrasjes, fonteinen, huizen met conische daken en 'azulejos' waar u ook maar kijkt, zijn de andere elementen die die indruk oproepen.

Talrijke paleizen, herenhuizen, kerken, kloosters en musea zijn een teken van welvarende tijden. De renaissance-bouwstijl en de manuelino-decoreerkunst met agrarische motieven overheersen, gecompleteerd door Moorse invloeden.

In Alto Alentejo zijn enkele vondsten uit de prehistorie blootgelegd. Het gaat hier om een aantal verschillende objecten. Zo vindt u hier megalitische graven, die tussen 4000 en 2000 v. Chr. geplaatst zijn.




Begin- en eindpunt rondreis = Braganca.  Afstand Utrecht-Braganca = 1850 km.  Afstand rondreis =1500 km.