Lissabon - Lisboa voor de Portugezen- is het hart van
Estremadura en de hoofdstad van Portugal. Door de ligging op de sterk
hellende noordelijke oever van de Rio Tejo, daar waar de rivier zo
breed is als een meer, is het een van de mooist gelegen Europese
hoofdsteden.
Estremadura is een langgerekte streek, die maximaal een breedte van 40
km bereikt, tussen de Atlantische Oceaan en de parallel gelegen streek
Ribatejo. De delta van de Rio Sado markeert de zuidgrens. De ruggegraat
van het gebied wordt gevormd door een noord-oost en zuid-west verlopend
glooiend heuvellandschap dat zijn hoogste punt op ongeveer 500 m
bereikt in de Serra de Sintra en de Serra da Arrábida, beide
uitlopers van de Serra Estrela. Deze 'bergketens' zorgen er voor dat de
kust van Estremadura twee verschillende gezichten heeft, enerzijds een
steil in zee aflopende rotskust met kleine strandjes, anderzijds - in
het noorden en op de westkust van het schiereiland Setúbal -
bredere zandstranden omzoomd door duinen met dennen.
Ribatejo.
De voormalige provincie Ribatejo ligt zoals de naam al doet vermoeden,
aan weerskanten van de Rio Tejo. Daarnaast is deze rivier, zowel
historisch als landschappelijk, de scheiding tussen Noord- en Zuid
Portugal.
Op de sappige groene weidegronden, de 'leziras' ten zuiden van de
rivier, grazen de stieren, runderen en paarden, die in de stoeterij
gefokt worden. De kudden worden gehoed door de 'campinos', de cowboys
van de Ribatejo. Tijdens hun werkzaamheden op de weiden dragen ze over
hun broek een dierenhuid, waarvan de haren naar buiten zijn gekeerd.
Baixo Alentejo.
De provincie Baixo Alentejo is nog iets ruiger en nog dunner
bevolkt dan Alto Alentejo. Het maakt nog meer een verlaten indruk en de
bevolking heeft het nog moeilijker om in zijn levensonderhoud te
voorzien.
Baixo heeft een kustgebied. Deze Costa Dourada is de minst ontsloten
kust van Portugal, al zijn er al wel wat badplaatsen: Porto Cova en
Villa Nova de Milfontes.
Ook in dit deel van Alentejo worden witte stadjes, die plotsklaps
opdoemen, omringd door uitgestrekte graanvelden, kurkeikbossen,
olijfboomgaarden en in augustus de zonnebloemvelden. Ook hier
zijn de zomers bloedheet en de winters ijskoud.
Natuurlijk hebben ook in Baixo Alentejo de auto, pick-up en de brommer
zijn intrede gedaan, maar het vervoer per ezel of in een 'carrinho',
een klein soort huifkar, getrokken door ezel of paard, is een normaal
verschijnsel. Soms worden ook hele einden per voet afgelegd.
Algarve.
De zuidelijkste provincie Algarve heeft een mediterraan klimaat: warme,
droge zomers en zachte winters, met jaarlijks gemiddeld 3200
zonne-uren. Daarmee is deze streek niet alleen ideaal voor een
voorjaars- of zomervakantie, maar ook als overwinteringsgebied. Over
het algemeen is de Algarve voor de Portugesen zelf te duur als
vakantiegebied.
Zo'n 15 km ten westen van Faro begint de Rots-Algarve (50 km lang) die
doorloopt tot Sagres en zich daarna voortzet langs de westkust. Dit is
een fantastisch verweerde kust van geel en rood gesteente. Steil en
hoekig rijzen de fascinerende rotsformaties met allerlei grillige
vormen uit zee op. Van Faro naar het oosten ligt de minder
toeristische Zand-Algarve. De
stranden liggen hier of op zandbanken voor de kust of direct op het
vaste land. Hier zijn geen rotsen, maar uitgestrekte vlakten, die
geleidelijk overgaan in een duinenrij bedekt met dennen. Tussen de
zandbanken en de kust liggen de lagunes, waarvan het water met het
licht mee de hele dag van kleur verandert. Behalve Monte Gordo liggen
hier geen badplaatsen pur sang, maar eerder vissersdorpen met
strandfaciliteiten.
De Algarve heeft meer te bieden dan alleen maar strandvertier. De
charme ervan wordt gevormd door de vissers-annex badplaatsjes met hun
bont gekleurde boten, de blinkend witgekalkte huizen met rode
pannendaken en gebeeldhouwde schoorstenen. Achter de kust liggen de
kleurrijke groentetuinen, wijngaarden en fruitboomgaarden van de
'Barrocal'. Daarachter gaat het heuvellandschap geleidelijk over in de
twee bergruggen met een subtropische vegetatie: dadelpalmen,
johannesbrood-, vijge- en amandelbomen. Hier liggen de primitieve
dorpen of alleenstaande boerderijtjes, die sterk afsteken tegen de veel
mondainere kuststrook.
Begin- en eindpunt rondreis =
Leiria. Afstand Utrecht-Leiria = 2150 km. Afstand rondreis
= 1750 km.